Op 31 oktober 1517 sloeg Maarten Luther zijn 95 stellingen op de deur van de slotkapel in Wittenberg. Het bleek de aanzet tot het protestantisme en het begin van een kerkscheuring. Hoe kon Luthers daad, 500 jaar geleden, zoveel teweeg brengen? Historicus en plaatsgenoot drs. Dick van der Galiën, docent Dockinga College, neemt in de 18e Grote kerklezing op 9 november aanstaande zijn toehoorders mee langs de hoofdrolspelers van die roerige tijd: Luther en zijn tijdgenoten.
Toen Maarten Luther die bewuste dag in 1517 liet weten dat hij bereid was in het openbaar een debat te voeren met zijn vakbroeders over de onwettigheid van de aflatenhandel, zullen maar weinigen de handschoen hebben willen oppakken. De communis opinio onder theologen en andere kenners van Gods woord was dat het kopen van Gods genade duidelijk onzinnig was.
Einde discussie? Normaal gesproken wel, maar de tijd waarin Luther leefde was nu juist niet normaal. Tal van ontwikkelingen veranderden zijn aanvankelijk onschuldige stellingen in uiterst explosief materiaal. De toenmalige paus Leo X moest tot zijn eigen verbijstering constateren dat wat eerst niet veel meer was dan ‘monnikengekibbel’ in drie jaar was uitgegroeid tot een ware ‘Duitse’ opstand tegen ‘Rome’. Zonder politieke duiding kan deze ontwikkeling eigenlijk niet verklaard worden. Zo maakt een blik op de politieke landkaart van het Heilige Roomse Rijk meteen duidelijk waarom Luther de pauselijke bul “Exsurge Domine” ongestraft in het openbaar kon verbranden.
De politieke hoofdrolspelers uit die tijd bepaalden het verloop van de reformatie. Voor ongerijmdheden heb je doorgaans voldoende aan rechtlijnige theologen. Als dan ook nog eens eigenzinnige politici zich met godsdienstige zaken gaan bemoeien, heb je een gekkenhuis.
Grote kerklezing 2017
Donderdag 9 november, 20.00 uur (deur open vanaf 19.30)
Onderwerp: Reformatie en Maarten Luther
Spreker: drs. Dick van der Galiën
Muziek:Auke de Boer
Adres: Markt 2, Dokkum
Entree: 5 euro, incl. koffie, thee of fris