REGIO – Van Texel tot en met het Groninger Wad halen onderzoekers vanaf aankomende week iedere kilometer een stukje Waddenbodem naar boven. Ze willen weten wat er precies in de bodem zit, schrijft Omrop Fryslân.
In totaal worden er 1.500 monsters genomen. Het gaat om een project van Natuurmonumenten, het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) en de Rijksuniversiteit Groningen (RUG).
“Het is een enorm karwei”, zegt onderzoeker Oscar Franken. “We gebruiken daarvoor een onderzoeksschip van het NIOZ. Daarop staat een apparaat dat we laten zakken tot aan de bodem. Als we ‘m dan weer naar boven halen, neemt-ie een stuk bodem mee.”
En dat dus 1.500 keer. “We meten dan allerlei dingen, zoals de samenstelling van het zand. De dieren worden eruit gespoeld op een zeef van 1 millimeter. Dat nemen we mee naar het lab en zo kunnen we van al die locaties vastleggen welke soorten er voorkomen en in welke aantallen.”
Het onderzoek vindt alleen plaats op de stukken Wad die altijd onder water staan. Daarvan is veel minder bekend dan van het Wad boven water. Dat terwijl de onderwaternatuur, met zogenaamde biobouwers zoals mosselbanken en oesterriffen, ook een thuis kan zijn voor een grote verscheidenheid aan soorten waar dieren en mensen van afhankelijk zijn.
De betrokken partijen maken deel uit van het project ‘Waddenmozaïek’, dat zich met name op de onderwaternatuur richt. Het onderzoeksprogramma loopt nog tot 2025. In 2019 is er ook al zo’n grote monsteropname geweest op het Wad. Toen zijn er 169 verschillende soorten levens gevonden in en op de Wadbodem.
Het heeft zeker nut om het nu opnieuw te doen, legt Franken uit. “Dat van 2019 gaf een opname van toen. We zijn heel benieuwd of er nog veranderingen zijn geweest in de afgelopen jaren. Door de bemonstering te herhalen, kunnen we ook iets zeggen over de stabiliteit van de gemeenschappen in de bodem. Denk aan schelpdieren en wormen.”
De natuur is door de jaren heen armer geworden. Met deze gegevens kan straks worden gekeken welke locaties geschikt zijn voor bepaalde soorten en waar mogelijke herstelmaatregelen effect hebben.
Het werk begint volgende week en duurt tot en met halverwege mei.