Kringloopboeren in onder andere de Noardlike Fryske Wâlden mogen de komende vijf jaar hun koeienmest bovengronds uitrijden. Ze krijgen hiervoor onder voorwaarden een vrijstelling. In 2013 is een motie van SP-Kamerlid Henk van Gerven over een proef met bovengronds uitrijden door de voltallige Kamer aangenomen. Staatssecretaris Sharon Dijksma van landbouw heeft de motie nu omgezet in een vrijstelling. Kringloopboeren verzetten zich al jaren tegen de verplichte ondergrondse mestaanwending. Dat is volgens hen slecht voor het bodemleven en draagt niet bij aan minder ammoniakuitstoot.
De kringloopboeren pakken uitstoot bij de bron aan door een ander management toe te passen op hun melkveebedrijven. Een natuurlijk kringloopsysteem. Twee verenigingen in ons land richten zich op de kringlooplandbouw en hebben politieke partijen geïnformeerd over deze vorm van landbouw: de Noardlike Fryske Wâlden (NFW) en de Vereniging tot Behoud van Boer en Milieu (VBBM). Door alert te zijn op mineralen, met name eiwit en stikstof, bevat dierlijke mest van deze boeren aanzienlijk minder ammoniak. Bovendien staat bodemgezondheid centraal bij kringloopboeren. De wettelijk verplichte wijze van ondergronds mest aanbrengen past niet in een natuurlijk kringloopsysteem. Het verstoort het bodemleven of zoals een kringloopboer treffend motiveert: “Een koe graaft zijn mest ook niet in. Lucht, licht en micro organismen zorgen voor het natuurlijke proces dat de mineralen uit de mest in de bodem komt.” Kringloopboeren hoeven dankzij hun goede kwaliteit eigen mest veel minder kunstmest te gebruiken. Een win-winsituatie voor het milieu en hun kostprijs. “Het in de grond stoppen van mest verplaatst de ammoniak van lucht naar grond en is schadelijk. Zorg juist dat er zo min mogelijk ammoniak in de mest komt”, stellen de NFW en de VBBM.
Vertrouwen
Beide verenigingen melden leden die mee willen doen aan de vrijstelling als collectief aan. Elke deelnemer moet zelf aantonen dat hij aan de gestelde voorwaarden voldoet. Dat betekent onder meer kunstmest en stikstofoverschot overleggen. Een goede kringloopboer zal geen problemen hebben aan de voorwaarden van de vrijstelling te voldoen. Verenigingen zijn betrokken geweest bij de formulering van de voorwaarden in samenspraak met het ministerie van Economische Zaken, waar Landbouw onder valt. Woordvoerder Diana Saaman van beide verenigingen: “Wij kunnen goed leven met de voorwaarden van de vrijstelling, zodat alleen kwalitatief goede mest bovengronds wordt aangewend. Wij zijn verheugd over het vertrouwen van de gehele Tweede Kamer in onze manier van duurzaam landbouw bedrijven. Wij zullen dat vertrouwen niet schaden.”