In Fryslân voelt 85% van de Wmo-cliënten zich zelfredzamer na het ontvangen van gemeentelijke ondersteuning. Landelijk is dit aandeel lager met 81%. Alle Friese gemeenten scoren gelijk of hoger dan het landelijke gemiddelde. Dit blijkt uit een analyse van cijfers van het cliëntervaringsonderzoek Wmo 2017 (Ceo Wmo) door het Fries Sociaal Planbureau (FSP).
Percentage Wmo-cliënten dat zich beter kan redden door de ondersteuning die zij krijgen, per gemeente, 2017 zie afbeelding
In een aantal Friese gemeenten lag de respons onder de 100 cliënten. Dit is een te laag aantal om ze met andere gemeenten te vergelijken. Daarom zijn deze cijfers buiten beschouwing gelaten.
Cliëntervaringsonderzoek Wmo verplicht
Binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) hebben gemeenten de taak om ondersteuning op maat te bieden aan mensen die niet zelfredzaam zijn. Het doel van deze wet is dat mensen mee kunnen doen aan de maatschappij en dat zij zolang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Gemeenten zijn verplicht jaarlijks een onderzoek te doen naar de ervaringen van de Wmo-cliënten over de geboden hulp. Daarin wordt onder andere gevraagd naar de toegankelijkheid en de kwaliteit van de ondersteuning, maar ook naar de mate waarin cliënten zich zelfredzamer voelen door deze ondersteuning.
Tevredenheid Friese cliënt blijft stabiel
Ten opzichte van het jaar 2016 is de tevredenheid met de ondersteuning stabiel gebleven. Er hebben geen grote veranderingen plaatsgevonden. Zo vond in 2016 84% van de Friese cliënten de kwaliteit van de ondersteuning goed. In 2017 is dat aantal licht gestegen naar 86%. Ook landelijk zijn de scores stabiel gebleven.
Verbeterde bekendheid met onafhankelijke cliëntondersteuner
De bekendheid met onafhankelijke cliëntondersteuning is toegenomen. Gemeenten zijn vanuit de Wmo verplicht om onafhankelijke cliëntondersteuning aan te bieden aan iedereen die een Wmo-voorziening wil aanvragen. Dit houdt in dat de onafhankelijke cliëntondersteuner helpt bij onder andere het verhelderen van de hulpvraag, meedenkt over oplossingen in de eigen omgeving en helpt bij het aanvragen van passende ondersteuning en zorg. In 2016 wist een kwart (24%) van de Friese cliënten dat ze gebruik kunnen maken van een onafhankelijke cliëntondersteuner. In 2017 is dit aandeel toegenomen naar een derde (33%).
Beeld van Wmo-ervaringen niet compleet
De huidige cliëntervaringsonderzoeken worden alleen uitgevoerd onder gebruikers van een maatwerkvoorziening (dit is niet vrij-toegankelijk en vereist een beschikking van de gemeente). Mensen die gebruik maken van een algemene voorziening zoals een boodschappendienst, maaltijdverzorging of activiteiten in een buurthuis blijven daarmee buiten beeld. Daardoor is er beperkt zicht op het effect van de veranderingen die binnen de Wmo hebben plaatsgevonden. Om een completer beeld te krijgen is uitbreiding van de cliëntervaringsonderzoeken waarbij ook deze groep wordt meegenomen raadzaam.