De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de toekenning van huishoudelijke hulp aan ouderen, mensen met een beperking, een chronische ziekte of een andere zorgbehoefte. De FNV onderzoekt in de drie Noordelijke provincies of die toekenning overal goed gaat.
Daarvoor is de hulp van zoveel mogelijk mensen nodig die ervaring met huishoudelijke hulp hebben. Het onderzoek is voor leden en niet-leden van de vakbond. Wilma Nieveen, bestuurder FNV Uitkeringsgerechtigden: ‘Wij willen met dit onderzoek in kaart brengen welke gevolgen het gemeentelijke beleid heeft voor iedereen die huishoudelijke hulp nodig heeft. Het gaat ons om de kwaliteit van zorg, maar ook om de stijgende zorgkosten.’
Sinds de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning ligt de verantwoording voor het toekennen van geld voor huishoudelijke hulp bij gemeenten. Tegelijkertijd is er door de regering flink bezuinigd op deze goedkope en laagdrempelige vorm van zorg, die mensen in staat stelt om langer thuis te wonen. Gemeenten gaan verschillend om met dit geld.
De FNV onderzoekt in een grootschalig onderzoek onder alle ontvangers van huishoudelijke hulp hoe de ervaringen zijn. Was er minder hulp in 2015 of moesten er uren bijgekocht worden? Ook het ‘keukentafel’-gesprek is onderdeel van het onderzoek. Was het een mededeling of werd er daadwerkelijk onderzoek gedaan naar de mogelijkheden? Het onderzoek van de FNV in Friesland, Groningen en Drenthe loopt tot 15 april en is te vinden op www.fnv.nl.
Camara van der Spoel, bestuurder FNV Senioren: ‘Door de verhalen krijgt de FNV een beeld van de uitwerking van gemeentelijk beleid en inzicht in de verschillende gemeenten. Dat stelt de FNV in staat om vervolgacties te ondernemen tegen overtredingen van de wet of slecht beleid, en om goede ervaringen breder bekend te maken.’
De opzet van dit onderzoek is bijzonder, omdat hierin samengewerkt wordt door verschillende sectoren en lokale netwerken van de FNV. Dit maakt het mogelijk om in diverse gemeenten acties te ondernemen die ten goede komen aan zowel de zorggebruikers als aan de werkenden in de zorg.