BUITENPOST – Het college van burgemeester en wethouders van Achtkarspelen herkent zich niet in de kritiek dat zij de weekmarkt in Buitenpost de nek om willen draaien. Dat schrijft het college in haar antwoord op vragen van PvdA en GroenLinks in de gemeente.
Een maand geleden uitten die twee fracties hun zorgen over het voortbestaan van de weekmarkt, die volgens hen “een zachte dood lijkt te gaan sterven”. Vijftien jaar geleden telde de markt nog zo’n tien kramen. Nu staat er nog maar één op het Christinaplein in Buitenpost.
Volgens PvdA en GroenLinks zou dat komen door de handelswijze van de gemeente. De kooplieden voelen zich gedwongen om te verhuizen naar het Nijensteinplein, aan de andere kant van de straat. Maar volgens het college is er wel degelijk overleg geweest met de marktkooplieden.
De marktkooplui hebben bezwaar tegen de nieuwe locatie omdat die uit de loop zou liggen van winkelend publiek. Dat raadsleden Hink Speulman (PvdA) en Tjitske Veenstra (GroenLinks) dat argument aandragen, vindt het college ook opvallend. De raad ging in 2020 zelf akkoord met de nieuwe centrumvisie voor Buitenpost.
Dat potentiële nieuwe standplaatshouders een vergunning geweigerd wordt, is ook niet waar. “Bij nieuwe belangstellenden wordt gekeken of
deze marktkraam past binnen de eerder vastgestelde visie. De reeds verleende vergunningen worden stilzwijgend verlengd”, schrijft het college.
Het college zegt het vooral jammer te vinden dat er een negatief beeld wordt neergezet van hun houding tegenover de weekmarkt in Buitenpost. “De vraagstelling doet ook afbreuk aan het zorgvuldige proces wat is doorlopen met de gemeenteraad, de lokale middenstand en Plaatselijk Belang.”
De bedenkers van het centrumplan lieten eerder ook al weten zich niet te herkennen in de kritiek van de marktkooplieden en Speulman en Veenstra.