PEKING – Ireen Wüst, Marijke Groenewoud, Antoinette de Jong en Irene Schouten hebben op de ploegenachtervolging brons gepakt. In de strijd om het brons wonnen ze van Rusland.
Er is de laatste tijd veel gezegd en geschreven over de vrouwenploeg, bestaande uit Irene Schouten en de Friezinnen Ireen Wüst en Antoinette de Jong. Het zou geen team zijn. Door de vrouwen zelf wordt dat tegengesproken, maar de resultaten vallen wel tegen. De Nederlanders plaatsten zich als derde voor de halve finale: Canada en Japan waren veel sneller.
In de eerste twee races schaatste Nederland met Wüst, De Jong en Schouten. De Jong werd in de strijd om het brons vervangen door Marijke Groenewoud.
Met de Hallumse erbij was Nederland veel sneller dan Rusland. Na een rondje was het verschil al gemaakt en was Rusland zo goed als kansloos. Het verschil was uiteindelijk 1,79. Het goud was voor Canada met de Friese coach Remmelt Eldering uit Noardburgum. Voor Wüst is het haar dertiende olympische medaille, voor De Jong haar vierde en voor Groenewoud haar eerste.
De mannenploeg met Sven Kramer, Patrick Roest en Marcel Bosker schaatst om 9.41 uur ook voor het brons. Tegenstander is Amerika.
Nederland werd in de halve finale, net als vier jaar geleden, uitgeschakeld door Noorwegen. De Noren waren 1,34 sneller: 3.39,62 om 3.38,28.
Kramer en zijn ploeggenoten hadden zich als vierde en laatste geplaatst voor de halve finale, Noorwegen als eerste. De start van Nederland was beter dan twee dagen geleden en in de beginfase ontliepen de twee ploegen elkaar bijna niets. Dat had er ook mee te maken dat Noorwegen minder snel was dan in de kwartfinale.
Maar in de rondjes met Marcel Bosker op kop liep de tijd van Nederland snel op, terwijl Noorwegen constanter was. Patrick Roest, de laatste kopman bij Nederland, kon het verschil niet meer goedmaken.