JISTRUM – Bonen en erwten: ze zijn gezond, goedkoop en goed voor het milieu. En ze hebben de prachtigste namen. Het Wâldbeantsje, dat kennen we wel. Maar wie kent de reade krobbe, de lupine of het soldatenboontje? Ze liggen allemaal in de marktkraam van bonenhandelaar Henk Zuidema uit Jistrum. Hij verkoopt bonen op de markt in Leeuwarden en online.
Zijn liefde voor bonen en erwten begon 13 jaar geleden na een burn-out, met het verbouwen van bonen op een stuk grond achter zijn huis in Jistrum. Waarom precies bonen? Zuidema lacht: “Ik vond de kleur mooi. En jij hebt in Nederland 100 soorten bonen, waarvan 50 droge, zoals de Wieringer, het soldatenboontje en de kever. Nou, als je dat als therapie hebt dan is dat wat prachtig moois.” Het kweken heeft hij intussen uitbesteed aan telers verspreid door heel Nederland. Zuidema richt zich nu vooral op de verkoop. Naast de klanten op de markt weten vooral ‘foodies’ buiten Fryslân hem goed te vinden.
Het Voedingscentrum raadt aan om één keer per week bonen te eten, maar volgens het RIVM doet de gemiddelde Nederlander dat maar twee keer per maand. Terwijl bonen een goed alternatief zijn voor vlees. Hoe kan het dan dat (droge) bonen niet zo vaak op de eettafel staan? Zuidema denkt dat ons drukke bestaan de grootste reden is. “We zitten in een ander systeem, we hebben een dubbele baan. Zowel de man als de vrouw moet werken, anders komen ze niet rond. Dus we moeten wel ‘snel snel snel snel’, of in ieder geval makkelijk.”
En daar past het in de week zetten van droge bonen niet bij. “We hebben er wel tijd voor, want we zitten ook de hele avond op internet, alleen hebben we een andere tijdsverdeling gekregen. We maken er geen tijd voor.” Je kunt natuurlijk een blik of pot kant en klare bonen opentrekken, maar volgens Zuidema hebben die smaak niet dezelfde smaak als droge bonen: “Je kunt het niet vergelijken.” Als je een keer droge bonen hebt gegeten, dan wil je niet meer anders is zijn overtuiging. “Dan ben je verkocht!”
Het Wâldbeantsje is beroemd vanwege zijn kleur en smaak en was altijd erg populair in de Wâlden, maar de grootste fans worden ouder.
“Vroeger had je de generatie die nu 70-plusser is. Die mensen kwamen hier ieder jaar en kochten 10 of 20 pond Wâldbeantsje. Maar die generatie is er niet meer. Die krijgen nu Tafeltje Dekje en komen niet meer voor bonen, maar daar is wel een heel andere markt voor teruggekomen”, vertelt Zuidema.
Die nieuwe markt, dat zijn beroemde koks zoals Yvette van Boven, Joke Boon en onze eigen Reitse Spanninga. Zij zijn ware ambassadeurs voor de bonen en prijzen de smaak, de diversiteit en de veelzijdigheid van bonen. Als Van Boven in haar podcast Etenstijd wat vertelt over bonen, dan kan Zuidema dat gelijk merken in de online verkoop. Ook andere topkoks weten de bonen van Zuidema te vinden. “Onze boontjes worden gegeten in de meest luxe restaurants van Amsterdam.”