ST. MORITZ – Hij heeft in vier maanden al twee keer zijn afscheid als bobsleeër aangekondigd, maar misschien moet Dennis Veenker uit Damwâld zich toch klaarmaken: de Nederlandse bobsleebond heeft de viermansbob voorgedragen voor de Olympische Spelen.
Zondag leek de olympische droom voor Veenker voorbij. Op de laatste wereldbeker had hij met de viermansbob van Ivo de Bruin bij de eerste acht moeten eindigen, maar ze werden zeventiende.
Daarmee voldeden ze niet aan de limiet van NOC*NSF, maar wel aan de internationale eisen. Daarom pleit Bob en Slee Bond Nederland (BSBN) er nu voor dat de bobsleeërs toch naar Peking toe moeten.
“Het verschil met de gewenste top 8-plaats is enkele keren heel klein geweest”, zegt technisch directeur Vincent Kortbeek fan de BSBN. “En de bobsleeërs hebben in de afgelopen jaren niet de optimale omstandigheden gehad. Dat is een wrang gevoel voor ons.”
Of de viermansbob ook echt kans maakt op toewijzing, vindt Kortbeek moeilijk om in te schatten. “Er is een kans. NOC*NSF heeft niet direct nee geroepen en wilde meer toelichting. Die hebben we gegeven.” Kortbeek verwacht dinsdag een definitief besluit van de sportkoepel.
Als de ploeg naar de Spelen mag, is het nog niet zeker of Veenker ook bij die selectie zit. Afgelopen weekend was hij invaller. Het is nog maar de vraag of er plek is voor Veenker als iedereen fit is.