KOLLUM/LEEUWARDEN – De Friese bibliotheken bouwen aan meertalige bibliotheken. Dat doen ze in de bibliotheek, maar ook op scholen. Om scholen te adviseren over en te helpen bij meertaligheid in de klas, hebben de leesconsulenten van de bibliotheek allerlei werkvormen verzameld en ontwikkeld. Al deze werkvormen en suggesties voor scholen zijn gebundeld in het boekje Myn taal, dyn taal. Het eerste exemplaar werd uitgereikt aan de leerkrachten van de Prins Bernhardschool uit Kollum.
Het boekje kwam voor de school op precies het juiste moment: tijdens de Fryske wiken. De school is altijd bewust bezig met de Friese taal en cultuur, maar zet het deze weken extra op de kaart. Bijvoorbeeld door met de kinderen stil te staan bij typisch Friese dingen, taal, gebouwen en voeding, die voor ons heel normaal zijn, maar waar je best grutsk op mag zijn.
Schooldirecteur Titia van Houten is bij met het boekje: ‘Er staan meertalige werkvormen in, voor elke groep wel wat, dus dat is fijn om doorheen te strúnen. Niet alleen tijdens deze Fryske wiken, maar ook als we straks met de themaweken over natuur en techniek starten. Ook daar willen we de Friese taal bij betrekken. In dit boekje staan genoeg mooie werkvormen om taal te verbinden met andere vakken. Zo ben je de hele dag taalrijk bezig, niet alleen tijdens de taalles.’
De leesconsulenten delen Myn taal, dyn taal, meertalige werkvormen primair onderwijs nu uit op alle locaties met de aanpak de Bibliotheek op school. Maar daar blijft het niet bij, de leesconsulenten helpen scholen ook graag bij het toepassen van de werkvormen. Waarom is die meertaligheid zo belangrijk? Lees- en mediaconsulent Meilana Fortuin van Bibliotheken Noord Fryslân: ‘In Fryslan komen steeds meer moedertalen voor. Aandacht voor die talen en het besef dat die taal deel uitmaakt van wie je bent is belangrijk voor de leerprestaties, maar ook voor de persoonlijke en sociale ontwikkeling van kinderen. Ook de rest van het gezin heeft daar baat bij, het brengt het gesprek op gang tussen scholen en ouders, geeft mensen het gevoel dat ze er mogen zijn en zo draagt het ook bij aan het tegengaan van laaggeletterdheid.’