PIETERBUREN – Het is een exoot in de Waddenzee: de Japanse oester. Toch past hij er wel aardig. Zeehondencentrum Pieterburen houdt deze zomer een expositie over het beestje dat in de vorige eeuw opzettelijk en tegelijkertijd per ongeluk naar Nederland is gehaald.
Dat vertelt Renate Prins van het zeehondencentrum. Dat een zeehondencentrum een expositie houdt over een heel andere diersoort heeft te maken met de toekomst van het centrum, legt ze uit. “Over twee jaar verhuizen wij naar Lauwersoog. Daar komt een werelderfgoedcentrum dat vertelt over de hele Waddenzee, niet alleen over zeehonden.”
In dat centrum krijgt de hele Waddenzee een plekje. “Alle dieren en planten die daar zijn. Eén daarvan is de Japanse oester.”
Maar hoe is die oester hier nu precies terechtgekomen? “Het is bewust gegaan en ook weer een ongelukje”, vertelt Prins. “In de jaren ’60 ging het niet zo goed met de Nederlandse platte oester, door ziekte en slechte winters. Kwekers in Zeeland bedachten dat de Japanse oester het hier misschien ook wel goed zou doen.”
En zo geschiedde. “Hij is naar Nederland gebracht om te kweken en te verkopen, bijvoorbeeld aan restaurants. Maar de larven van de oesters zijn ontsnapt en in de Waddenzee beland. Zij hebben zich daar gevestigd. Ze zitten er al sinds de jaren ’80 en ze gaan ook niet meer weg. ”
Toch hoeft deze exoot niet aangepakt te worden, legt Prins uit. “Eerst was er wel het idee dat het niet goed was, dat is vaak het idee als een dier een exoot is. Maar met de platte oester ging het niet zo goed, dus was er plek voor een andere oester. Die plek is nu ingevuld.”
De populatie in de Waddenzee is volgens Prins stabiel. Voor het ecosysteem is het weekdier geen bedreiging, het draait er juist in mee. “Je ziet eigenlijk dat er heel veel leven op af komt. Vogels, vissen, anemonen, dat is weer gunstig.”
De expositie over de oester duurt nog tot en met oktober.
Renate Prins van het zeehondencentrum in gesprek Jantine Weidenaar van Omrop Fryslân: