KOLLUMERZWAAG – Friese kerken gaan verschillend om met de coronamaatregelen. Sommige kerken laten mensen toe en hanteren de anderhalve meter. Andere kerkgebouwen blijven bijna helemaal leeg, de diensten zijn dan online te volgen.
In Kollumerzwaag heeft de kerkraad van de PKN-gemeente ervoor gekozen om op zondag de deuren te openen er dan wordt zeer gewaardeerd, zo schrijft Omrop Fryslân. De kerk aan de Foarwei zat voor de coronacrisis altijd vol met 400 bezoekers, zondag waren dat er 50. Meer mag ook niet van het kabinet.
Mondkapje en afstand houden
“We zijn blij dat we weer bij elkaar kunnen komen en dat we met z’n allen zingen”, zegt Willem van der Veen, voorzitter van de kerkraad. Wel houdt de kerk zich aan de maatregelen, zoals binnenkomen met een mondkapje op en genoeg afstand van elkaar houden.
Mensen moeten zich op tijd melden als ze naar de kerk willen, want meer dan 50 mensen mogen er niet in. “We zijn blij dat we de deuren openen, want er is zoveel leed en dat kunnen we met z’n allen delen.”
Dominee Johan van der Kamp uit Leeuwarden was gister blij met de opkomst in Kollumerzwaag. Afgelopen week in De Westereen waren dat niet meer dan vier. “Dat is toch anders. Een lege stoel heeft geen gezicht en een camera ook niet. Het is fijn om als mens tegenover een mens te staan. Maar ja, het is niet anders. Het went ook wel een beetje na twee jaar. Als er vier mensen het woord van God horen, dan is dat ook goed.”
Verbinding
Van der Kamp stond in zijn preek ook stil bij de polarisatie in de gemeenschap. Die is ook in de kerken merkbaar en daarom organiseren de kerken in Nederland komende zaterdag het nationale gebed voor vrede en verbinding.
“Ja, ook in de kerk zijn er onderlinge verschillen door de crisis. Kerkmensen zijn net echte mensen”, zet Van der Kamp daarover. De dominee wijst op kerken die tegen maatregelen in helemaal vol zitten.
“Ik denk dat je ook een voorbeeld hebt naar de maatschappij toe. Als mensen hun schoenwinkel niet eens open mogen hebben, dan moet je ook niet met 650 mensen in een kerk gaan zitten. Dat zet nog wel eens kwaad bloed.”
Willem van der Veen, PKN Kollumerzwaag