NES (Ameland) – “Lachwekkend, maar ook ongeloof toen ik er langer over nadacht”, dat was de eerste reactie toen melkveehouder Johan de Jong van Ameland de plannen van stikstofminister Van der Wal hoorde en zag. “Deze reductiepercentages van 95, 70 en 50 procent zijn echt niet realistisch. Daarnaast voel ik ook niet echt dat ze hebben gekeken naar de situatie op dit eiland.”
De Jong en Sjerp Groenewold, ook LTO-bestuursleden op het eiland, vertellen dat het eiland voor een groot deel verschillend is met de vaste wal. “Wij hebben hier op Ameland nog 11 melkveehouders, 3 vleesveehouders, enkele grotere schapenhouders en daarnaast veel hobbyboeren. Samen zorgen we ervoor dat er een aantrekkelijk en leefbaar landschap ligt op het eiland. Natuurlijk staan wij open voor innovaties en uitdagingen, maar dan moet het wel realistisch zijn.”
Tekst loopt door onder de video
Volgens de agrariërs zorgt hun inzet, in samenwerking met de Vogelwacht en alle andere boeren, dat de weidevogelpopulatie van zo’n 3500 broedparen stabiel blijft. Groenewold daarover: “Op alle stukken grond waar boeren actief zijn, zitten ook de weidevogels. Als we bepaalde stukken land op z’n beloop laten en dus verschralen, blijft er geen weidevogel over. Met deze ondergrond heeft de bodem wel voeding nodig, drijfmest, vaste mest of kunstmest.”
De beide ondernemers zien daarnaast een snelle terugloop van boerenbedrijven op het eiland. De Jong daarover: “Er zijn in het afgelopen jaar vier melkveehouders gestopt, daarnaast zijn we in 40 jaar tijd gehalveerd qua veestapel. Van 2000 melkkoeien, naar een kleine 1000. De nadruk vanuit Den Haag ligt veel te veel op de landbouw, gelukkig hebben wij wel goed contact met de gemeente en de provincie. Wat ik dan wel gevaarlijk vind, is dat er blijkbaar geen afstemming tussen de provincie en Den Haag is. Dit soort plannen moeten van onderop komen vind ik, dan kom je verder.”
Volgens de melkveehouders is het verstandig om de stikstofproblematiek in perspectief te zien. “En ze moeten sowieso perspectief gaan bieden, voor de blijvers”, vult Groenewold aan. “Er komen hier steeds meer mensen met de auto naar het eiland, er ligt een van de grotere scheepvaartroutes van de wereld vlak boven ons eiland langs. En dan hebben we het nog niet eens gehad over het ganzenfoerageergebied.”
Ieder jaar doen zo’n 100.000 doortrekkende ganzen het Waddeneiland aan, om zich daar vol te eten en aan te sterken in de winterperiode. “Alleen die ‘winterperiode’ wordt steeds langer. Wij willen de koeien vroeg op het land hebben, rond begin april, alleen zitten de winterganzen er inmiddels tot eind mei. Dat begint, net als de zomerganzen trouwens, langzaamaan de spuigaten uit te lopen. Daardoor wordt niet alleen onze eerste kuilsnee uitgesteld, maar kunnen we de koeien ook niet weiden”, besluit de Jong.
De beide boeren staan wel positief in de wedstrijd. “Ik wil door en ik moet door”, opent de Jong. “Ik merk wel bij andere collega’s, dat door het negatieve wat de sector over zich heen krijgt de afgelopen jaren, dat de animo om te ondernemen begint af te brokkelen. Dat vind ik wel heel triest. Dit beleid helpt niet. We moeten de schouders eronder zetten en door, dat perspectief moet Den Haag ons geven.”
Verslaggever Ben de Jager in gesprek met Johan de Jong en Sjerp Groenewold