VEENKLOOSTER – Tot half augustus is Hennie Dijk-Stel in het koetshuis van Fogelsanghstate in Veenklooster aan het werk. Ze tekent daar brokken dor hout giga uitvergroot na met houtskool. Nadat die tekeningen gemaakt en gefotografeerd zijn, worden ze verscheurd en versnipperd. Op zondagmiddag14 augustus wordt alles wat op papier gemaakt is teruggegeven aan het bos. Om circulair te worden opgenomen door de bosgrond. Waar het de basis vormt voor nieuwe groei. Zo vallen haar houtskoolschetsen van dor hout op zijn plek in het Arcadia Bosk-lab.
De inrichting en aankleding van het unieke Koetshuis is gedaan met circulair geproduceerd projectmeubilair van OPnieuw in Buitenpost. Zij werken vanuit dezelfde visie op circulaire economie als de kunstenares. Oplossingen die voor minder afval zorgen. Producten maken met 0% afval als doel.
In haar antwoord op de oproep van Bruno Doedens voor een BOSK-LAB binnen het ARCADIA project schreef Hennie:
‘Ik wil de schoonheid van de details van de bosgrond in beeld brengen, uitvergroten en daarna weer laten composteren. Ik ga 2 meter hoge tekeningen maken met houtskool op oud karton. Het zijn details van dor hout, brokken, bladeren en takjes. Daarna ga ik de tekeningen verscheuren, versnipperen en begraven. Teruggeven aan de grond.’
De locatie waar ze haar werk maakt, – en waar ze het werk weer aan de aarde toevertrouwt – , is de op de historische buitenplaats Fogelsangh state in Veenklooster. Het voormalige koetshuis is tijdens dit Bosk-Lab haar atelier. Een atelier dat toegankelijk is voor iedereen, jong en oud. Je kunt Hennie Dijk Stel zelf regelmatig aan het werk zien op donderdag, vrijdag, zaterdag of zondag tussen 11 en 17 uur.
De afronding van het project zal op 14 augustus zijn in het bos vlakbij het atelier. Dat beroemde Veenkloosterbos is omstreeks 1840 aangelegd door Lucas Pieter Roodbaard. Het papier van haar werk wordt in het bos versnipperd en begraven in het Veenkloosterbos.
Terug in de basis
Op zondagmiddag 14 augustus a.s. vanaf 13.00 uur zal het project worden afgerond: samen met de bezoekers wordt dan alles wat gemaakt is versnipperd en begraven in de bosgrond van het Veenkloosterbos.
De filosofische onderbouwing van dit BOSK-LAB: Dor hout
Columnist Marianne Zwagerman vertolkte er begin 2020 aan het begin van de eerste lockdown haar mening mee. ,,Het dorre hout wordt gekapt, misschien een paar maanden eerder dan zonder virus’’, schreef ze. Een golf van protest volgde. Ooit was de uitdrukking ‘dor hout’ niets meer dan een verzamelnaam voor dode takjes. Maar sinds 1999 staat deze woordgroep in Van Dale als een metafoor, onder meer voor kunstenaars die niet meer creatief en werknemers die niet langer productief zijn. Maar bij Zwagerman klopte de redenering van ‘dor hout’ niet. Veel mensen staan ondanks ziekte of ouderdom midden in het leven. Ze werken, hebben de zorg voor kinderen of ouderen, leveren kortom een onmisbare bijdrage aan de samenleving. Als een belangrijk deel van hen ziek wordt, heeft ook de economie een groot probleem.
Net als oude bomen
Het beschermen van de zwakkeren is niet alleen noodzakelijk in sociaal opzicht. Het is ook economisch noodzakelijk. Alleen als iedereen zich weer veilig kan voelen, kan de samenleving draaien.
Old trees are for gardens, what old people are for society.
BOVENDIEN: wat is kunst met een grote K???
Want wat heb ik aan kunst aan de muur?
Er moet iets veranderen in de wereld.
Er heerst een grote spraakverwarring, een Toren van Babel lijkt het wel. Wie is er nog te vertrouwen?
We beseffen meer dan ooit dat in ateliers en aan de wanden van musea WEL een heldere taal gesproken wordt. De klare taal van de kunsten, die WEL te vertrouwen is.
Zoals de natuur ook altijd te vertrouwen is.
Maar dan moeten we wel weer een ‘schone soort’ worden. We hebben nieuwe verhalen nodig die ons perspectief verschuiven en ons leren met respect te verhouden tot de aarde.
You can change the world with your own two hands.
Klein beginnen.
Zelf beginnen.
Geef me een potlood, een gummetje en geduld.
Voor een schets van een nieuwe wereld.
Sinds Hennie de term DOR HOUT hoorde, concentreerde haar meest recente werk zich op dat dorre hout. Op de schoonheid van de restanten van bomen, zoals ze gekapt of gevallen zijn, op de grond gewaaid, afgebroken, platgetrapt, begroeid met kortsmos. De overgebleven restanten van honderden jaren groei. Voordat ze compleet verrotten, of wetenschappelijker uitgedrukt: composteren. Ze legde het al eerder vast op botanisch correct formaat. Dat werk was eerder te zien in de Galerie van Pilat&Pilat in Twijzel, en op dit moment bij de NHL -Stenden, als deelnemer aan de FRIA_BOSK-expositie: wat kunnen we van bomen leren…!
Onderstaande uitspraak van de Schotse bioloog, socioloog, geograaf, filantroop en baanbrekende stadsplanner Sir Patrick Geddes (1854-1932) las Hennie op een parkbank in Edinburgh:
“This is a green world, with animals comparatively few and small, and all dependant on the leaves.
By leaves we live.
Some people have strange ideas that they live by money.
They think energy is generated by the circulation of coins.
Whereas the world is mainly a vast leaf colony,
growing on and forming
a leafy soil,
not a mere mineral mass:
and we live not by the jingling of our coins, but by the fullness of our harvests.”
Old trees are for gardens, what old people are for society. Friesland is een samenleving, van oude en jonge mensen. Een bos is ook een samenleving. Een samenleving van zaailingen, van jonge zwakke groei, van frisse groene blaadjes en van kwetsbare honderdjarigen. Gesteund door elkaar. Gegroeid in de grond die opgebouwd is uit bladeren en dor hout. Verankerd in vorige generaties.