De Auditcommissie heeft de nulmeting van Frisia zout B.V. voor de monitoring van zoutwinning onder de Waddenzee beoordeeld. Zij concludeert dat de nulmeting veel informatie over het monitoringsprogramma heeft opgeleverd. Dit was ook de bedoeling van de vroege start. Uit de nulmeting blijkt dat de bruikbaarheid van een deel van de metingen nog onvoldoende is. Nu de winning is uitgesteld, is er nog voldoende tijd om voorafgaand aan de winning verder proef te draaien. Ministers Wiebes van Economische zaken en Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hadden de Commissie om advies gevraagd.
Frisia zout B.V. heeft in 2014 toestemming gekregen om zout te winnen onder de Waddenzee op de locatie Havenmond. Daarbij wordt het ‘hand aan de kraan’-principe gehanteerd. Dit betekent dat zoutwinning is toegestaan, maar wordt verminderd of gestopt bij teveel bodemdaling of bij aantasting van de natuur in en rond de Waddenzee. Hiervoor voert Frisia een monitoringsprogramma uit.
Uit de nulmeting 2018 blijkt dat een deel van de metingen nog onvoldoende bruikbaar is, aldus de Commissie. Zo is het beoogde hergebruik van gegevens van Rijkswater-staat nog niet gelukt. Ook zijn meetresultaten van de geselecteerde vogels (scholekster, bonte strandloper en kanoet) nog onvoldoende compleet om negatieve effecten van de zoutwinning te kunnen aantonen of uitsluiten.
De Commissie vindt het positief dat vroeg is gestart met de nulmeting om lange-termijntrends in beeld te brengen. Duidelijk is wel dat het programma nog niet klaar is. Nu de winning is uitgesteld, is er nog voldoende tijd om voorafgaand aan de winning verder proef te draaien met het monitoringsprogramma en om verbeteringen aan te brengen. Frisia heeft al aan de ministers en de Commissie aangegeven het advies op te volgen.