NOARDEAST-FRYSLAN – De dag van de liefde zou hartverwarmend moeten zijn, maar de lhbtqia+-gemeenschap in Friesland voelt zich in de kou gezet, zo schrijft Omrop Fryslân. Het provinciebestuur besloot een maand geleden dat ze geen geld willen uitgeven aan beleid voor acceptatie van deze groep.
Acht mensen zullen zich woensdag in een commissievergadering in het Provinciehuis uitspreken. Hun doel is om het regenboogbeleid te beschermen. “Het doet me veel pijn.” Marijke Westerhof vindt het moeilijk dat haar kinderen niet altijd geaccepteerd worden hoe ze zijn. Van haar vier kinderen zijn er twee ‘queer’ (niet heteroseksueel). Op straat worden ze regelmatig nageroepen en uitgescholden, vertelt Westerhof.
“‘Vieze flikker’, dat soort teksten. Dat doet wel iets met die kinderen.” Westerhof vindt het belangrijk dat ouders zich uitspreken over de sociale acceptatie en veiligheid van de samenleving en zal daarom de commissie toespreken. “Het gaat ook niet alleen om mijn kinderen, die uit een warm nest komen. Ik weet ook dat er kinderen zijn die het anders getroffen hebben. En dat vind ik echt zorgelijk.”
Gedeputeerde Staten besloten op 16 januari geen ‘actief regenboogbeleid’ te vieren, omdat het “geen taak van de provincie is”. Daarom zou er ook geen budget voor zijn. Dat leidde tot veel kritiek van partijen en maatschappelijke organisaties. Provinciale Staten hadden in 2022 namelijk een motie aangenomen om wel actief regenboogbeleid te vieren, daar moest ieder jaar 50.000 euro voor worden vrijgemaakt. Regenboogbeleid voeren betekent dat de provincie zich actief moet inzetten voor emancipatie, sociale veiligheid en acceptatie.
Tineke Admiraal uit Dokkum is ook moeder van een lhbtqia+’er. Het doet haar pijn dat haar dochter niet vrij hand in hand met haar vriendin over straat kan lopen. Een actief regenboogbeleid kan daar volgens haar verandering in brengen. “De provincie heeft een voorbeeldfunctie, een aantrekkersfunctie. Het zijn niet alleen de gemeenten en de instanties, zoals COC of Tûmba, die een taak hebben. De provincie heeft ook een grote uitstraling en als ze daar zo nonchalant en achteloos omgaan, heeft een verkeerde uitwerking.”
Op aandringen van Sipke Jan Bousema uit Wyns is er veel actie gevoerd om van de provincie Fryslân als laatste in Nederland een ‘regenboogprovincie’ te maken. Een meerderheid in Provinciale Staten stemde daar in maart 2020 mee in.
Om de komende jaren het beleid uit te voeren moet er geld beschikbaar zijn. Hoewel de provincie een motie heeft aangenomen om ieder jaar 50.000 euro vrij te maken, zegt gedeputeerde Femke Wiersma dat het geld er niet is. Bovendien zou actief beleid naar de samenleving geen kerntaak voor provincies zijn.
Bousema is het daar niet mee eens. “Normaal gesproken is het hier in Fryslân ‘afspraak is afspraak’. We passen hier goed op elkaar, maar dit is het tegenovergestelde van dat alles. Het is net alsof ze niet weten wat er speelt en waarom het zo belangrijk is voor wij Friezen dat er gewerkt wordt aan inclusiviteit. Dat iedereen mee kan doen.”
Hij legt uit waarom het wel belangrijk is. “Als je er meer over praat met elkaar, dan komt er vaak ook meer begrip. Dan voelen mensen ook meer vrijheid om zich te uiten. Door dit zomaar onder het tapijt te schuiven, geef je een soort signaal af, van: ‘Laat maar, het hoeft niet, het is niet nodig’.”
Woensdag wordt er dus ingesproken in de commissievergadering. Daarna komen er meer “liefdevolle acties”, zoals Bousema het omschrijft, om aandacht te vragen voor het belang van het regenboogbeleid. Zo worden er meer dan 50 persoonlijke verhalen aan het provinciebestuur aangeboden. Een nog te publiceren opiniestuk is door meer dan 150 grote organisaties in Fryslân ondertekend, zegt Bousema.
“Dus ze zullen bespeuren dat het gesteund wordt en dat het belangrijk is dat de provincie de daad bij het woord voegt.” Op 28 februari stemmen Provinciale Staten opnieuw over het regenboogbeleid.