DRACHTEN – Een geweldige hondenbaan, zo omschrijft Sjoerd Jan Eppinga (1958) het trainersvak. Met een knipoog uiteraard, want als iemand op de Friese voetbalvelden al decennialang op bevlogen wijze het trainersambt uitvoert, dan is dat Sjoerd Jan Eppinga. Oefenmeester is hij niet geworden om scheve gezichten te voorkomen. Eppinga streeft naar perfectie, is hard voor zijn manschappen en hard voor zichzelf. Discipline staat bij de doorzetter met drie geschaatste Elfstedentochten op zijn palmares hoog in het vaandel. Een oldschool-aanpak, zoals Eppinga het zelf noemt. Klaarblijkelijk een aanpak die ook in de moderne tijd werkt; vorige week nog vierde de inwoner van Drachten het zoveelste succes uit zijn voetballeven door Harkemase Boys 2 zeer verrassend naar de titel op het hoogste niveau te loodsen.
Voetbal. Altijd maar voetbal. Het wordt Sjoerd Jan Eppinga met de paplepel ingegoten. Heit Lubbert is een groot liefhebber, speelt in de naoorlogse jaren verdienstelijk voor Gorredijk, maar gaat zich als er in 1955 in woonplaats Lippenhuizen een club wordt opgericht met de bijzondere naam Tot-Heil-Onzer-Ribbenkast volop inzetten voor THOR. Bij deze club zet Sjoerd Jan Eppinga zijn eerste stappen op het voetbalveld. Dat Eppinga op de groene mat van meet af aardig uit de voeten kan, is mede te danken aan de vele uurtjes die hij thuis voetbalt met zijn broertjes Jan Harm en Robert en zijn maatjes van de familie Kootstra. Ruimte genoeg rondom de boerderij waar de familie Eppinga woont, al sneuvelt er her en der wel eens een raampje. Zo regelmatig zelfs, dat Lubbert Eppinga na verloop van tijd de maatvoering van de te vervangen ruiten niet eens meer door hoeft te geven aan de glaszetter.
Als Sjoerd Jan Eppinga in de weekenden niet zelf aan het voetballen is, staat hij langs de lijn. Prachtige herinneringen zijn het voor hem, de tochten die hij met heit Lubbert maakt langs de noordelijke voetbalvelden. Tripjes naar het nabijgelegen Heidefjild in Jubbega, waar op dat moment topamateurvoetbal wordt gespeeld, naar het kolkende Oosterpark van FC Groningen, maar bovenal naar Heerenveen, waar de middag van Eppinga junior is geslaagd als hij van rechtsback Wiebe de Jong – leraar op de basisschool in Lippenhuizen – aan de zijkant van het veld een knipoog krijgt. Eppinga heeft er dan nog geen weet van, maar het zal niet lang duren voor hij zelf op dat veld staat. Op 17-jarige leeftijd wordt hij bij THOR gescout. In 1976 treedt hij toe tot de Heerenveen-jeugd.
Van een topsportklimaat is bij de jeugdopleiding van Heerenveen dan geen sprake. Jeugdspelertjes moeten zelf uitzoeken hoe ze op de club komen. Het komt voor dat Riemer of Annie van der Velde, met op de achterbank dorpsgenoten Anco de Vries en Jan Douwsma bij de familie Eppinga voor komt rijden om de knapen naar de club te brengen. Het is voor Sjoerd Jan Eppinga wennen in het Friesche Haagje. In Lippenhuizen was hij een van de dragende spelers, in Heerenveen loopt zeker een tiental teamgenoten rond dat minstens even goed is. Toch laat het debuut in de hoofdmacht niet lang op zich wachten. In het paasweekeinde van 1979 is de vuurdoop daar wanneer Eppinga tegen het Schiedamse SVV zijn opwachting maakt.
In de jaargang die volgt groeit Sjoerd Jan Eppinga – eerst onder hoofdtrainer Jan Teunissen, na diens ontslag onder zijn vervanger Henk van Brussel – uit tot een vaste waarde in het vlaggenschip. Van de 36 competitiewedstrijden speelt Eppinga er 29. De dienstplicht zal er voor zorgen dat dit uitstekende jaar geen goed vervolg krijgt, al zegt Eppinga geenszins met vervelende gevoelens terug te kijken op zijn diensttijd: ,,Integendeel. Door die diensttijd belandde ik in het Nederlands Militair Elftal, samen met later bekend geworden voetballers zoals René van der Gijp, Erwin Koeman en Danny Blind. Tussen dat soort mannen was ik een vreemde eend in de bijt, het boertje uit Fryslân. Het was niet toegestaan je shirt te houden. Bij mijn enige interland heb ik stiekem wel een exemplaar in mijn tas gedrukt, die hangt tegenwoordig in de THOR-kantine aan de Wall of Fame.”
Naast dit Oranjeshirt, houdt Sjoerd Jan Eppinga aan zijn dienstplicht een vervelende knieblessure over. Dit kwetsuur zorgt ervoor dat de voetbaljaargang 1981/1982 grotendeels aan hem voorbij gaat, tot de cruciale fase van het seizoen aanbreekt. Heerenveen kent nogal wat blessureleed, zo kan het dat trainer Van Brussel bij Sjoerd Jan Eppinga aanklopt. Tegen Veendam speelt Eppinga Henk Schoonbeek volledig uit de wedstrijd, resulterend in een basisplaats bij de start van de nacompetitie. Vanwege de gehavende staat van de Heerenveen-selectie zijn de verwachtingen voor die nacompetitie niet hoog. Dat verandert als eerst VVV en vervolgens Telstar wordt geklopt. Bij een zege op Excelsior in speelronde 3 komt de Eredivisie serieus in zicht. Zo ver zal het niet komen. Roemloos gaat Heerenveen in Kralingen met 4-0 ten onder. Hoewel niemand aan Friese zijde voor een voldoende in aanmerking komt, wordt de in de pauze gewisselde Sjoerd Jan Eppinga in de pers tot zondebok gebombardeerd. Trainer Van Brussel verwijt Eppinga verkeerd schoeisel te hebben gebruikt. Dit zet kwaad bloed bij de Lippenhuister, die drie weken later in de pen klimt en een ingezonden stuk stuurt naar de Leeuwarder Courant.
Inmiddels kan Eppinga om de zogenaamde schoenenaffaire lachen: ,,Ik speelde in Rotterdam geen beste partij hoor. Die wissel was volkomen terecht, dat verhaal met die schoenen sloeg nergens op. Het was mijn laatste officiële wedstrijd voor Heerenveen. Het was al bekend dat mijn contract niet werd verlengd. Jammer dat het avontuur daar zo ten einde kwam, maar ik kijk met volle tevredenheid op die tijd terug. In 1979 maakte ik in het Olympisch Stadion tegen FC Amsterdam het mooiste doelpunt uit mijn loopbaan, een boogbal vanuit de middencirkel. Datzelfde jaar speelden we in Groningen voor een vol Oosterpark, na afloop moesten we onder politiebegeleiding de stad uit. Ook heb ik in 1980 de Friese derby gespeeld. Meer dan tienduizend mensen zaten er in het Cambuur-stadion. Dat soort ervaringen, daar doe je het voor. Ik kan mezelf niets verwijten. Ik rookte en dronk niet, alles liet ik voor de sport. Ik heb het maximale eruit gehaald.”
De tijd van Sjoerd Jan Eppinga in het betaalde voetbal zit er op. Wat volgt is een aangename periode in de top van het amateurvoetbal. In 1982 vertrekt Eppinga naar vv Drachten, waarmee hij in zijn eerste jaar direct bovenaan eindigt en naar de hoofdklasse promoveert. Nog voor de hoofdprijs is behaald weet de club zich in de zomermaanden verzekerd van een oefenduel tegen Feyenoord, een geweldig extraatje, dat van meer glans wordt voorzien als een maand voor de wedstrijd Johan Cruijff tekent voor de Rotterdammers. Cruijff speelt zijn eerste wedstrijd voor de stadionclub in Drachten, waar Sjoerd Jan Eppinga er als de kippen bij is om zich met het voetbalidool van velen te laten fotograferen. Die foto met Cruijff is voor Eppinga het absolute pronkstuk uit zijn immense en vakkundig bijgehouden archief, door echtgenote Jannie quasi-serieus het voetbalmuseum genoemd.
Drachten komt prima mee in de hoofdklasse en weet zich in 1984 te plaatsen voor de KNVB-beker. Toeval of niet, in dat bekertoernooi krijgt Drachten wederom bezoek van Feyenoord, dat met Johan Cruijff net voor het eerst sinds tien jaar weer landskampioen is geworden. Cruijff is er inmiddels niet meer bij, maar met spelers als Ruud Gullit, Johnny Rep en Mario Been komt er een aardig sterrenensemble naar de hoofdplaats van Smallingerland. De schade beperkt houden, dat is de missie die de thuisploeg heeft. Glansrijk wordt die missie behaald. Drachten komt in de 22ste minuut zelfs op voorsprong dankzij Henk Boeree. Een halfuur lang mogen de amateurs hopen op een stunt van jewelste, in het tweede bedrijf zal de Rotterdamse grootmacht de score ombuigen en met 1-2 winnen. Het oorverdovende applaus dat afloop van de tribunes rolt is enkel en alleen bedoeld voor de dappere strijders van Drachten.
Vier seizoenen zal Sjoerd Jan Eppinga in Drachten blijven. Als in 1986 de as van de succesvolle ploeg uiteen valt en hij van zakenman Pier Sienema – de aanjager achter de opmars van Broekster Boys – een aanbod krijgt dat onmogelijk geweigerd kan worden verkast Eppinga naar Damwâld. Ook daar weet hij met zijn teamgenoten meteen weer een titel in de wacht te slepen, toch blijft Eppinga’s verblijf bij “De Broek” beperkt tot een jaar. ,,We promoveerden naar het hoogste niveau. Dan verwacht je dat de faciliteiten worden verbeterd. Het tegenovergestelde gebeurde. Sienema sloeg een andere weg in, wat voor mij aanleiding was om te vertrekken. Jannie en ik stonden op het punt om te gaan trouwen, voetballen op zaterdag paste me op dat moment het beste, daarom ben ik in 1987 naar Drachtster Boys gegaan.”
Deze keuze is een van de minder gelukkige uit zijn lange loopbaan, blikt Sjoerd Jan Eppinga terug: ,,Of dat nu aan Drachtster Boys lag, of aan mezelf, dat weet ik niet. Hou het maar op dat laatste”, knipoogt Eppinga. ,,Met spelers als Fedde Keegstra, Jan Henstra en Ben Tardy stond er een topploeg op papier. Op het veld kwam dat er maar matig uit. Gerrit Bil was trainer. Een fijne kerel, maar ik denk dat de ploeg behoefte had aan iemand van de harde hand. Dat zag je later, toen Erik Assink trainer werd. Met hem heeft Drachtster Boys eindelijk de stap naar het hoogste niveau kunnen maken.” Sjoerd Jan Eppinga keert in 1988 terug naar vv Drachten, waar hij vlak na de jaarwisseling, uitgerekend tegen Drachtster Boys, in een oefenpotje een beenbreuk oploopt. ,,Eigenlijk was dat het begin van het einde. Jan Schulting heeft me in 1990 gevraagd om naar Broekster Boys te komen. We werden kampioen, tegelijk realiseerde ik me dat mijn tijd als voetballer erop zat. Ik ben toen serieus werk gaan maken van mijn ambitie om trainer te worden.”
Sjoerd Jan Eppinga gaat op de trainerscursus voor ex-profs en wordt jeugdtrainer bij Bakkeveen, tevens wordt hij rond de winterstop benaderd door THOR, dat net haar hoofdtrainer de laan uit heeft gestuurd. In Eppinga, die vele jaren jeugdteams van de club heeft getraind, ziet het Lippenhuister bestuur de ideale opvolger. Dat is goed gezien! Met Eppinga aan het roer wint THOR de derde periodetitel en promoveert naar de eerste klasse van de FVB. De goede resultaten in zijn geboorteplaats leveren Sjoerd Jan Eppinga een mooie transfer op; in 1993 tekent hij een contract bij BCV. Tot over zijn nek zit Sjoerd Jan Eppinga dan in de voetballerij. Voor de cursus TC1 die hij volgt zit hij tweewekelijks twee dagen in Zeist, onder Foppe de Haan en Gertjan Verbeek werkt Eppinga in dit tijdspanne een stage af bij Heerenveen.
Die nieuwe roerganger, het is voor de Burgumers wennen. Niet alleen voor de Burgumers trouwens, ook tegenpartijen kijken soms vreemd op van de stijl van de Drachtster oefenmeester. Een doorsnee trainer is Sjoerd Jan Eppinga allerminst. Tijdens de warming-up, waaraan hij zelf standaard meedoet, is hij minstens zo fanatiek als de spelers. Zodra het eerste fluitsignaal heeft geklonken bestrijkt Eppinga de hele zijlijn, negentig minuten lang zijn elftal coachend, dikwijls staand voor de dug-out van de tegenpartij. Een stoel heeft de trainer nauwelijks nodig. ,,De warming-up laat ik tegenwoordig voor wat het is, met de komst van een trainersvak voor de dug-out ben ik ook minder beweeglijk dan eerst, voor de rest is er niets veranderd”, lacht Eppinga.
De aanvankelijke scepsis die er in Burgum is verdwijnt gauw. BCV haalt de nacompetitie, rekent daarin achtereenvolgens af met Aduard, Hardegarijp en Holwierde en promoveert naar het op-één-na hoogste amateurniveau. Daar aangekomen verbaast BCV vriend en vijand door meteen de eerste periodetitel op te eisen. Sowieso is het jaar 1994 een bijzonder succesvolle voor de familie Eppinga: halverwege het jaar rondt Sjoerd Jan succesvol de cursus TC1 af, ruim een halfjaar later worden Sjoerd Jan en Jannie verblijd met de komst van zoon Robbert Jan, twee jaar nadat dochter Anne Nienke het levenslicht ziet.
Het jonge gezin en alle drukte rondom het trainersdiploma zijn er de oorzaak van dat Sjoerd Jan Eppinga in 1997 er een jaartje tussenuit piept, in 1998 zet hij zijn trainersloopbaan voort in De Westereen. Hier krijgt een groot hoogtepunt gestalte als Eppinga vlak na de eeuwwisseling Zwaagwesteinde na 29 jaar terug brengt in de eerste klasse. Een ongekend succes, dat er bijna niet was gekomen, herinnert Eppinga zich: ,,In de halve finale van de nacompetitie speelden we uit tegen Gronitas. Een kwartier na de pauze kwamen we met 3-0 achter. Eerlijk, we waren rijp voor de slacht. Op dat moment riep een speler van Gronitas over het veld dat ze die boeren af moesten maken. Dat werkte als een rode lap op een stier. Ik bracht Sipke de Jong in het veld en in de slotfase kwamen we terug tot 3-2. Op eigen veld wonnen we de return met 4-1. De finale tegen CEC een paar dagen daarna was onvergetelijk. Hondenweer dat het daar was in Roden, waar de wedstrijd werd gespeeld. Langs de lijn overal rood-groene paraplu’s, een fraai gezicht. Het eindigde in 1-1. Al onze strafschoppen gingen raak. Nadat Theun Plantinga de vierde penalty stopte, scoorde Taeke van Kammen de beslissende, wat een feest!”
Na twee turbulente jaren in De Westereen blijft Sjoerd Jan Eppinga in de Friese Wouden. Iets meer in de luwte dit keer, bij Harkemase Boys 2. Eppinga is op De Bosk voorbestemd om opvolger van hoofdtrainer Rini Jurna te worden. Die plannen worden gewijzigd als Arent Bekhof wordt gecontracteerd voor het seizoen 2001/2002. ,,Daarvan werd ik door voorzitter Max de Haan keurig op de hoogte gesteld. De beslissing van Harkemase Boys kon ik begrijpen. Bekhof zijn CV was indrukwekkender dan die van mij. Omdat ik weer hoofdtrainer wilde worden, ben ik naar ONT gegaan.” Wanneer het huwelijk tussen Arent Bekhof en Harkemase Boys minder gelukkig uitpakt dan vooraf verwacht, komt het een jaar later dan gepland toch tot een overstap naar de Harkemaster hoofdmacht. Het zal het begin zijn van een van de mooiste episodes uit Sjoerd Jan Eppinga zijn trainersloopbaan.
Ondanks kwalitatief behoorlijke versterkingen zoals Anthoon Elsinga, Tony Alberda en Sander Hartman is het verwachtingspatroon bij Harkemase Boys getemperd als Sjoerd Jan Eppinga arriveert. Ambities zijn er al jarenlang in Harkema, maar verder dan een zevende plaats in de hoofdklasse zijn de roodhemden nooit gekomen. Toch is de seizoenstart in 2002 hoopvol. In de openingsronde wordt titelhouder ACV in eigen huis met 1-2 geklopt, een week later wordt in Harderwijk een knap punt weggesleept bij VVOG en nadat in de eerste thuiswedstrijd met 5-1 wordt afgerekend met Flevo Boys, verschijnen er koppen in de Leeuwarder Courant dat er in Harkema iets moois groeit. Ondanks een uitglijder hier en daar blijft Harkemase Boys het hele jaar op titelkoers. Cruciaal is het paasweekeinde, waarin eerst concurrent SDC Putten wordt geëlimineerd en daarna op Urk wordt geremiseerd. In Wezep bij WHC wordt in de slotronde de kroon op het werk gezet. Toegejuicht door 1500 meegereisde fans wint Harkemase Boys met 1-3 en is kampioen.
Harkemase Boys is de eerste Friese zaterdagclub die de hoogste eer behaalt in het amateurvoetbalwalhalla. Daardoor mag het ook als eerste Friese zaterdagclub mee gaan doen om het landskampioenschap. Reikhalzend wordt er in het heidedorp daarom uitgekeken naar de start van dat kampioenschap, dat in eigen huis plaatsvindt tegen Quick Boys. Het treffen tegen de Katwijkers zal uitgroeien tot een van de meest besproken duels ooit op Friese bodem, enkel om verkeerde redenen. Dat de bezoekers met 1-3 zegevieren is voor de aanhang van de thuisclub prima te verteren. Anders wordt het als na afloop een op onrust beluste groep Quick Boys-supporters koers zet richting de kantine. Daar ontbrandt binnen de kortste keren een vechtpartij die zich over het hele voetbalterrein verspreidt. Flessen, klompen, barkrukken, alles is plotseling een wapen. Beelden van de knokpartij gaan de hele wereld over.
Sjoerd Jan Eppinga: ,,Een week later speelden we in Huizen, daar cirkelde een politiehelikopter over het veld. Op het parkeerterrein stonden agenten te paard. Leuk is natuurlijk anders, maar het is wel een gebeurtenis die je bij blijft. Sowieso gebeurde er in die jaren altijd wat. Saai was het nooit in Harkema. Elke thuiswedstrijd stonden er meer dan 1200 toeschouwers langs de lijn, kom daar nu eens mee. Na de verliespartij tegen Quick Boys bleven we ongeslagen. Tot de laatste wedstrijd hielden we zicht op de zaterdagtitel. Dat was erg knap. Ik heb toen ook gezien hoe snel een verwachtingspatroon kan kantelen. Toen we in 2004 gedeeld vierde eindigden, werd dat eigenlijk gezien als een teleurstelling.”
Na twee bewogen jaren in Harkema en een verbouwing thuis neemt Sjoerd Jan Eppinga een sabbatical, in 2005 wordt hij eindverantwoordelijke bij Heerenveense Boys. Hier zal hij met zijn troepen vijf jaar lang tevergeefs aan de poorten van de eerste klasse rammelen. Bij Blauw Wit’34 maakt Eppinga voor het eerst een in sportief opzicht prijsloze periode mee, al wordt zijn verblijf in Leeuwarden volledig overschaduwd door ontwikkelingen buiten het veld. Jeuk houdt Sjoerd Jan Eppinga nachtenlang uit zijn slaap als het jaar 2010 zijn einde nadert. Wanneer zijn huid vervolgens een steeds gelere kleur aanneemt en de gang naar de huisarts wordt gemaakt, raakt hij spoedig verzeild in een medisch traject waar steeds minder florissante berichtgevingen uit voortkomen, met als eindresultaat dat er een tumor in de lever zit. Pas nadat de oncoloog al heeft gemeld dat er niets meer aan gedaan kan worden, wordt er gewag gemaakt van het medicijngebruik van Eppinga. Uiteindelijk blijkt dát de boosdoener. Pillen die hij krijgt voor een kaakontsteking wekken een allergische reactie op en schakelen de lever volledig uit. Langzamerhand sterkt Eppinga weer aan, na 7 maanden afwezigheid staat hij in september 2011 weer op het veld.
Deze ontwikkelingen hebben Sjoerd Jan Eppinga emotioneler gemaakt, maar niet minder fanatiek. Wel kiest hij er na 2012 bewust voor om niet meer hoofdtrainer te worden. Eppinga keert terug naar Harkemase Boys, waar hij inmiddels al 12 jaar onafgebroken in verschillende functies actief is. En uiteraard met resultaat. Als assistent van Willem Brouwer, Jan Vlap en Henk Herder viert hij tussen 2012 en 2017 één kampioenschap en tweemaal de districtsbekerwinst. Mooie triomfen, al slaat Eppinga het recent behaalde succes met Harkemase Boys 2 even hoog aan: ,,Met dit dorpsclubje zijn we kampioen geworden tussen verenigingen die 3 of 4 keer zo groot zijn. Natuurlijk hebben er wel jongens van het eerste elftal meegedaan, maar dat is bij Genemuiden 2 of Flevo Boys 2 echt niet anders. Deze prestatie is voor 90% geleverd door Harekieten. Een voortreffelijk afscheid op deze manier.”
Daarmee doelt Sjoerd Jan Eppinga op het afscheid van Harkemase Boys. Het voetballeven van Eppinga krijgt na de zomer gewoon weer een vervolg, bij FC Surhústerfean. Hier gaat hij zich sterk maken om de doorstroom van talenten soepel te laten verlopen. Voor hoe lang, dat weet Eppinga niet, maar zijn CV bekijkend lijkt op voorhand de conclusie gerechtvaardigd dat het voor langer dan een jaar zal zijn: ,,Om mijn taak goed uit te kunnen voeren, is fit zijn een voorwaarde. Daar werk ik hard voor, ik ben altijd in beweging. Vroeger wilde ik graag sportleraar worden. Helaas is dat niet gelukt. Turnen en ballet, op die onderdelen ben ik gezakt. Ik ben daarna leraar geworden op een basisschool in Ureterp. Inmiddels zit ik alweer 20 jaar op VHS Singelland, waar ik leerlingen met het niveau VMBO Basis/Kader onder mijn hoede heb, kinderen met een rugzakje vaak. De ervaringen op school hebben me geholpen in de voetballerij. Ik signaleer het meestal snel als het met iemand niet goed gaat. Het is een mooi beroep, ik heb het 45 jaar met veel plezier gedaan, maar ik kijk ook uit naar mijn pensioen waarvan ik in 2025 ga genieten. Vervelen zal ik me niet. Voetbal zal als een rode draad door mijn leven blijven lopen. Ik ben in de gelukkige omstandigheid dat Jannie me daarin onophoudelijk heeft ondersteund. We hebben het thuis prachtig. Onze kinderen gaat het goed, dan ben je gauw tevreden. Robbert Jan werkt bij de Poiesz, Anne Nienke werkt op de marketingafdeling van de KNVB. Vorig jaar hebben ze me een golfcursus cadeau gedaan. Met die sport wil ik me in de toekomst vaker bezig houden. Niet in het fanatieke hoor, gewoon lekker een balletje slaan”, sluit voetbaldier Sjoerd Jan Eppinga met een brede glimlach af.
De Heerenveen-selectie voor aanvang van het seizoen 1980/1981. Staand, van links naar rechts: Hugo Roepel (verzorger), Henk Schulten (manager), Piet Boskma, Teun Kist, Jan Schulting, Dirk Visser, Jos Heijne, Bert Gotink, Boy Nijgh, Reinder Dolstra, Hiddo Reijs en Henk van Brussel (hoofdtrainer). Gehurkt, van links naar rechts: Jaap de Blaauw, Gerard Marsman, Age Postma, Jack Willemsen, Eddy Bosman, Joop Braber, Klaas Justus de Vries, René Smit en Sjoerd Jan Eppinga.
Als Heerenveen in 1982 aan de nacompetitie begint, zijn de verwachtingen niet hoogespannen. Dat zal veranderen als er met een zege in Venlo wordt gestart. Op de tijdens deze wedstrijd genomen foto is Sjoerd Jan Eppinga in duel met VVV-er Jos Luhukay.
Na vier jaar onderdeel te hebben uitgemaakt van de hoofdmacht van Heerenveen, keert Sjoerd Jan Eppinga in 1982 terug naar de amateurs. Met vv Drachten viert hij direct een kampioenschap. Op de foto, stand van links naar rechts: Rijk Groenhof (verzorger), Jan Kort, Henk de Jong, Ees Popma, Rikkert Elzinga, Gerard Bos, Sjoerd Jan Eppinga, Henk Prinsen (hoofdtrainer), Jos Kroes, Harm Roossien en Tom de Groot (grensrechter). Gehurkt, van links naar rechts: Koop Kerkstra, Jan Jaap Kooistra, Peter Sikkema, Joop Heidinga, Harry Deen, Hans Beintema, Simon Bouma en Gerrit Vergonet (elftalleider)
Op 18 juli 1983 oefent Drachten tegen het net door de komst van Johan Cruijff danig versterkte Feyenoord. De foto die op deze dag wordt genomen is voor Sjoerd Jan Eppinga het absolute pronkstuk uit zijn immense voetbalarchief.
In 1992 start Sjoerd Jan Eppinga zijn carrière als hoofdtrainer bij THOR, waar hij zijn jongere broers Jan Harm en Robert onder zijn hoede krijgt. Op de foto, stand van links naar rechts: Simon van der Let, Richard Jansen, Marten Groothof, Jan Witteveen, Robert Eppinga, Jeroen Mook, Henk Dijk en Daan Peter Hullegie. Gehurkt, van links naar rechts: Geert Spiekhout (grensrechter/elftalleider), Kobus Voolstra, Johannes Kootstra, Jan Harm Eppinga, Gerhardus Kootstra, Roel de Jong, Bouke Kootstra en Sjoerd Jan Eppinga (hoofdtrainer)
In 2003 wordt Sjoerd Jan Eppinga met Harkemase Boys kampioen op het hoogste amateurniveau. Hier op de foto op de schouders van twee dolenthousiaste Dijk-supporters.
Bron: Op Friese Velden